Jezelf op de eerste plaats zetten is heel belangrijk, lees je overal. Hoezo, denk je, het gaat toch niet om mij? Het gaat om de mensen in mijn team en om de organisatie.
Dat vindt Sandra ook. Zij is juriste en teamleider. Ze springt tijdelijk in bij een ander team omdat haar collega met zwangerschapsverlof is. Het is een klein team, dus Sandra is meewerkend voorvrouw. Als de vakvrouw die zij is, besteedt zij volop aandacht aan de juridisch inhoudelijke dossiers die op haar bord liggen.

Eén van de teamleden – de enige man in het team – leidt de teamvergaderingen. Sandra vindt het prima. Ze is er toch maar tijdelijk. En het is vast beter voor het team dat het zo blijft.
Het is een standpunt dat bij haar past. Ik zie een vrouw met representatieve kleding, hier en daar een opvallend kleuraccent, naturel opgemaakt: iemand met persoonlijkheid die zich in dienst stelt van het geheel. Totdat ze merkt dat haar collega steeds meer naar zich toetrekt en de andere teamleden buiten haar om vragen aan hem stellen. En ze werken allemaal online. Dan gaat dat nóg gemakkelijker. Hij stelt zich steeds meer op als de leidinggevende van het team.

Haar positie wordt zo ondermijnd. Dat is natuurlijk ook weer niet de bedoeling. Zo tijdelijk is ze er ook weer niet. “Maar ach, het gaat er mij om wat goed is voor het team”, zegt ze tegen mij.
“Wat is echt belangrijk voor het team? En wat heb jij te bieden?” vraag ik aan Sandra. Ze heeft veel meer ervaring dan haar mannelijke collega die de leiding naar zich toetrekt. En ze is niet voor niets door haar vrouwelijke directeur in deze functie aangesteld, realiseert ze zich.

Wat Sandra nu te doen heeft, is een stap naar voren zetten. Zichzelf meer laten zien, als het ware een keertje knalrode lippenstift op doen. Ik merk dat ze dat door heeft. Ze realiseert zich dat het belangrijk is om haar ego in te zetten voor haar team. Ze weet alleen niet hoe ze dat kan aanpakken. Ze is juist gewend om haar ego opzij te zetten in het gezamenlijk belang en nu vraagt de situatie haar om het tegenovergestelde te doen!

Ik doe een opstelling met haar. Daardoor ervaart ze in de veilige omgeving van mijn kantoor wat ze nu doet en wat haar te doen staat. Ze merkt dat ze de steun nodig heeft van haar directeur. Dat doet ze in onze oefensetting door te vertellen wat er speelt en haar te vragen om haar te steunen. Daarna kan ze zich uitspreken in haar team waarin zij vanaf nu de leiding gaat nemen.

Sandra heeft goed kunnen oefenen met mij. Dat blijkt wel uit haar reactie die ik afgelopen week van haar kreeg:

“Marlies, ik wilde je even laten weten dat ik de directeur heb gesproken. Het ging precies zoals we hebben besproken en geoefend. Zij herkent zich in de situatie. Zij moedigt mij aan en zegt dat ik verantwoordelijk ben. De man in mijn team moet geen werk naar zich toetrekken dat niet hoort bij zijn rol. Dat heb ik vervolgens tegen hem gezegd en met mijn team besproken. We functioneren nu weer als team. De rollen zijn helder. We werken samen en zijn goed op elkaar ingespeeld.”

Sandra heeft dus haar felrode lippenstift op gedaan en ze realiseert zich dat het haar erg goed staat!

Werk jij ook vooral voor je team, en zet je jezelf niet zo snel op de voorgrond? Geen type voor knalrode lippenstift? Ik heb elke week twee plaatsen in mijn agenda om te sparren met vrouwen zoals jij. Twijfel je of je huidige situatie misschien tóch vraagt om lippenstift, boek dan snel één van die twee sparsessies!